Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Indien gij [3][het] niet zult horen, en indien gij het niet zult [4]ter harte nemen, om Mijn Naam eer te geven, zegt de HEERE der heirscharen, zo zal Ik den vloek onder u zenden, en Ik zal [5]uw zegeningen vervloeken; ja, Ik heb ook [alrede] elkeen derzelve vervloekt, omdat gij [het] [6]niet ter harte neemt. 3. Te weten, gebod. 4. Hebr. op het hart leggen. 5. Dat is, de goederen, die gij door Mijnen zegen verkregen hebt; of, den zegen, dien de priesters over het volk uitspreken. 6. Gelijk in dit vers.